BNB 1992/293
HR, 10-06-1992, nr. 27 421
HR 10-06-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5008, m.nt. L.F. Ploeger
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 1992
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes; Moor, De
- Zaaknummer
27 421
- Noot
L.F. Ploeger
- LJN
ZC5008
- JCDI
JCDI:ADS886978:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC5008, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑1992
- Wetingang
(Art. 15, eerste lid, jo. art. 37 Wet OB 1968)
Samenvatting
Overdracht van onderneming via Bank. Waar moet ten onrechte in aftrek gebrachte omzetbelasting worden nageheven?
Aan belanghebbende, een BV, is via een bank als fiduciair eigenares de onderneming van een failliete BV overgedragen. Zowel ter zake van de overdracht aan de bank als van de bank aan belanghebbende is omzetbelasting in rekening gebracht en vervolgens in aftrek gebracht. Aangezien op grond van art. 31 Wet OB 1968 geen belasting diende te worden geheven heeft de Inspecteur de door belanghebbende in aftrek gebrachte omzetbelasting bij deze nageheven.
De Hoge Raad oordeelt dat op grond van de Resolutie van 23 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.