FED 1992/416:Belanghebbende waardeert de door haar boven pari overgenomen leningen en gekochte obligaties op de aankoopprijs, doch maximaal op de nominale waarde. Het verschil tussen aankoopprijs en nominale waarde brengt zij ten laste van haar winst. Belanghebbende wenst de leningen en obligaties aan te houden tot aan de aflossing, terwijl er geen reele kans bestaat tot verkoop voor de aflossingsdatum. Hoge Raad: het door belanghebbende voorgestane stelsel is niet in overeenstemming met goed koopmansgebruik, aangezien het in strijd is met het beginsel dat verliezen en winsten tot uitdrukking dienen te worden gebracht in het jaar waarop zij betrekking hebben, nu daarin in het jaar waarin de lening of de obligatie is verworven een verlies tot uitdrukking wordt gebracht, dat gezien het recht op in de toekomst te genieten opbrengsten in dat jaar in feite niet is geleden. Van belanghebbende, die op grond van de jurisprudentie er op mocht vertrouwen dat het door haar gehanteerde stelsel in overeenstemming was met goed koopmansgebruik, mag niet zonder enige beperking worden verlangd dat zij op een ander waarderingssysteem overgaat. Daarom moet worden aanvaard dat belanghebbende dat stelsel blijft volgen voor de leningen en obligaties die zij reeds bezit op het tijdstip waarop zij rekening kan houden met dit arrest.