HR, 12-04-1995, nr. 29 714

Documentgegevens:

HR 12-04-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1556

Instantie: Hoge Raad
Datum: 12 april 1995
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der; Soest, van
Zaaknummer: 29 714
LJN: AA1556
Vakgebied(en): Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1995:AA1556, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1556, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑1995
Wetingang: Art. 7 en 8 Wet IB 1964

Uitspraak

Belanghebbende, X, exploiteert tot 12 mei 1986 te zamen met zijn zoon in de vorm van een maatschap een melkveehouderij op gepachte grond. De melkveehouderij wordt sedertdien door de zoon voortgezet. X heeft ter zake van de overdracht van zijn aandeel in een op naam van de maatschap staande melkquotum geen vergoeding bedongen. De inspecteur stelt dat, uitgaande van een waarde in het economische verkeer van f 2,50 per kg melkquotum, X een stakingswinst van f 181 007 (1/2) x 144 806 x f 2,50) heeft behaald. X stelt dat de waarde van het melkquotum slechts tot een bedrag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.