WFR 2003/1008
Accijnsvrijstelling oliën voor scheepsbehoefte of aandrijving schepen in beginsel niet van toepassing nu niet gevaren wordt met schip. Motiveringsgebrek.
HR 06-06-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF0197
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 2003
- Zaaknummer
35 372
- LJN
AF0197
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF0197, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF0197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2003
- Wetingang
Vertrouwensbeginsel; art. 1, 2f WA; art. 27 lid 3 WA; art. 51 lid 1 WA; art. 51a onderdeel f WA; art. 53 WA; art. 66 lid 1 onderdeel a WA; art. 87 WA; art. 19 Uitvoeringsbesluit accijns
Essentie
Accijnsvrijstelling oliën voor scheepsbehoefte of aandrijving schepen in beginsel niet van toepassing nu niet gevaren wordt met schip. Motiveringsgebrek.
Uitspraak
In 1988 heeft de voormalige inspecteur der invoerrechten en accijnzen aan belanghebbende, X BV, op haar verzoek vergunning verleend om met vrijstelling van accijns minerale oliën te betrekken, bestemd om te worden gebruikt voor de aandrijving van enkele in de vergunning met name genoemde, aan X BV toebehorende schepen, waaronder het schip genaamd C, of als scheepsbehoefte aan boord van deze schepen. Na de inwerkingtreding van de WA (op 1 januari 1992) is aan X BV (ook met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.