FED 1997/391
Landbouwvrijstelling. Bestemmingswijzigingswinst. Waarde van de onttrokken grond
HR 07-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3227, m.nt. J.J.M. Jansen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
32 097
- Noot
J.J.M. Jansen
- LJN
AA3227
- JCDI
JCDI:ADS226874:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3227, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑1997
- Wetingang
Art. 8 Wet IB 1964
Essentie
Landbouwvrijstelling. Bestemmingswijzigingswinst. Waarde van de onttrokken grond
Samenvatting
Belanghebbende oefent een landbouwbedrijf uit en bouwt een tweede bedrijfswoning. Hij rekent de ondergrond tot zijn privé-vermogen. De inspecteur belast het verschil tussen de waarde in het economische verkeer bij voortdurende agrarische bestemming (WEVAB) en de waarde in het economische verkeer (WEV). De Hoge Raad deelt die zienswijze, maar voor de bepaling van de waarde in het economische verkeer dient rekening te worden gehouden met de verwachting dat te eniger tijd de bestemming als tweede bedrijfswoning niet zal worden gehandhaafd, waarbij de mate van waarschijnlijkheid dat die verwachting zal worden verwezenlijkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.