FED 2004/525
HR, 24-09-2004, nr. 39 798
HR 24-09-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR2715
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 september 2004
- Zaaknummer
39 798
- LJN
AR2715
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR2715, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑09‑2004
- Wetingang
Art. 10a Wet VPB 1969
Samenvatting
Onbegrijpelijk hofoordeel inzake geantedateerde dividenduitkering en zogenaamde rentebetaling.
Uitspraak
De Hoge Raad vindt het oordeel van Hof Arnhem, dat een zogenaamde rentebetaling door X BV beschouwd moet worden als (aftrekbare) vergoeding voor een vordering, onbegrijpelijk. Nu vaststaat dat de door X BV verstrekte geldlening pas aan het einde van het belastingjaar tot stand is gekomen, kan het door X BV als 'rente Rekening courant E BV' in haar aangifte vennootschapsbelasting 1997 opgevoerde bedrag grotendeels niet voor aftrek in aanmerking komen. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof 's-Hertogenbosch voor nader feitelijk onderzoek.
Enig aandeelhouder van X BV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.