BNB 2003/2
Zaak Västberga Taxi Aktiebolag en Vulic tegen Zweden . Fiscale bestuurlijke boetes als 'criminal offence'. Onnodig tijdsverloop bij behandeling bezwaar belemmert toegang tot de rechter. Berechting binnen redelijke termijn. Verdeling bewijslast inzake vermoeden van onschuld. Invordering van nog niet vaststaande boetes. (Op dezelfde dag heeft het EHRM een sterk vergelijkbaar arrest gewezen in de zaak nr. 34619/97, Janosevic tegen Zweden. Dit laatste arrest wordt niet in BNB gepubliceerd. Wel worden twee afzonderlijke opinies van rechters bij dat arrest hierna opgenomen, omdat deze rechters ernaar verwijzen in hun opinies bij het hier gepubliceerde arrest; Red.)
EHRM 23-07-2002, ECLI:NL:XX:2002:AV1874, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
23 juli 2002
- Magistraten
Thomassen; Palm; Jörundsson; Türmen; Bîrsan; Casadevall; Maruste
- Zaaknummer
36985/97
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
AV1874
- JCDI
JCDI:ADS888552:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2002:AV1874, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 23‑07‑2002
- Wetingang
Essentie
Zaak Västberga Taxi Aktiebolag en Vulic tegen Zweden . Fiscale bestuurlijke boetes als 'criminal offence'. Onnodig tijdsverloop bij behandeling bezwaar belemmert toegang tot de rechter. Berechting binnen redelijke termijn. Verdeling bewijslast inzake vermoeden van onschuld. Invordering van nog niet vaststaande boetes. (Op dezelfde dag heeft het EHRM een sterk vergelijkbaar arrest gewezen in de zaak nr. 34619/97, Janosevic tegen Zweden. Dit laatste arrest wordt niet in BNB gepubliceerd. Wel worden twee afzonderlijke opinies van rechters bij dat arrest hierna opgenomen, omdat deze rechters ernaar verwijzen in hun opinies bij het hier gepubliceerde arrest; Red.)
Samenvatting
De Zweedse belastingdienst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.