Inhoudsopgave
WFR 1995/610:BUITENLANDS LICHAAM: HEFFING VAN VENNOOTSCHAPSBELASTING OVER DIVIDEND, RENTE EN VERVREEMDINGSWINST BIJ EEN AANMERKELIJK BELANG
WFR 1995/610
BUITENLANDS LICHAAM: HEFFING VAN VENNOOTSCHAPSBELASTING OVER DIVIDEND, RENTE EN VERVREEMDINGSWINST BIJ EEN AANMERKELIJK BELANG
Documentgegevens:
MR. DRS. P. FORTUIN EN MR. A.C.G.A.C. DE GRAAF , datum 01-01-1995
- Datum
01-01-1995
- Auteur
MR. DRS. P. FORTUIN 1 EN MR. A.C.G.A.C. DE GRAAF 2
- JCDI
JCDI:ADS824210:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Wetingang
art. 14 b Wet IB 1964; art. 39 Wet IB 1964; art. 40 Wet IB 1964; art. 49 lid 1 onder b onder 4 Wet IB 1964; art. 49 lid 1 onder c Wet IB 1964; art. 2 lid 4 Wet VPB 1969; art. 2 lid 5 Wet VPB 1969; art. 13 Wet VPB 1969; art. 17 Wet VPB 1969; art. 25 Wet VPB 1969; art. 28 Wet VPB 1969; OESO-modelverdrag 1992; Nederlands standaardverdrag 1987; BRK
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1 INLEIDING
Een in het buitenland gevestigd lichaam dat een aanmerkelijk belang in de zin van art. 39 Wet IB 1964 heeft in een in Nederland gevestigde vennootschap, kan onder voorwaarden voor dit aandelenbezit buitenlands belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting zijn. De heffing van vennootschapsbelasting komt aan de orde, indien het buitenlandse lichaam geen (materiële) onderneming drijft. Dit betekent, dat (tussen)houdstermaatschappijen en beleggingsmaatschappijen e.d. buitenlands belastingplichtig kunnen zijn. Het object van heffing is in beginsel ruim: Daar vallen niet alleen onder de dividenden, maar ook de vervreemdingswinsten en zelfs de rente op de schuldvorderingen.
Alhoewel in de praktijk het aantal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.