FED 2000/236
HR, 19-04-2000, nr. 34 972
HR 19-04-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5542
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 2000
- Zaaknummer
34 972
- LJN
AA5542
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5542, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑2000
- Wetingang
Art. 16 AWR; art. 38 en 45, eerste lid, onderdeel f, Wet IB 1964
Uitspraak
Navordering. Geen ambtelijk verzuim. Aftrek betaalde rente. Toerekening betaling aan rente en/of hoofdsom. Art. 6:44 BW.
Op 14 november 1984 sprak een bank X als borg aan voor ƒ 25 000. X is dat bedrag aan die bank schuldig gebleven. Dat bedrag is vanaf dat moment tot 1 augustus 1992 door bijtelling van de verschuldigde wettelijke rente toegenomen met ƒ 17 979. Eind 1992 betaalde X krachtens overeenkomst met de bank ter finale kwijting van de schuld van in totaal ƒ 42 979 ƒ 15 000 aan de bank. X nam in haar aangiftebiljet voor 1992 ƒ 15 000 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.