BNB 2004/214
Vermogensbestanddelen die voortvloeien uit een swapovereenkomst. Aanslag opgelegd aan ontbonden BV
HR 23-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AI0670, m.nt. R.J. de Vries (valutahedge-arrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 2004
- Magistraten
Putt- Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37893
- Conclusie
A-G mr. Groeneveld
- Noot
R.J. de Vries
- LJN
AI0670
- Roepnaam
valutahedge-arrest
- JCDI
JCDI:ADS888756:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AI0670, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AI0670, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑2004
- Wetingang
Algemeen; art. 9 Wet IB 1964 en art. 4 Verdrag Nederland-Zwitserland t.v.v.d.b.
Essentie
Vermogensbestanddelen die voortvloeien uit een swapovereenkomst. Aanslag opgelegd aan ontbonden BV
Samenvatting
Belanghebbende, X BV, fungeert binnen de X-groep als financieringsmaatschappij. Daartoe beschikt zij over een vaste inrichting in Zwitserland. In 1989 heeft X BV van haar moedervennootschap AB een vordering van US $ 295 mln. verkregen op J Inc. Die vordering ging behoren tot het vermogen van de vaste inrichting. Ter zake van de verkrijging van die vordering werd X BV 620 mln. gulden schuldig aan AB. Die schuld is in 1990 omgezet in aandelenkapitaal van X BV. Eveneens in 1989 heeft X BV met AB een swapovereenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.