V-N 2004/14.2
FISCAAL BESTUURSRECHT. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Compromis. Rechtsstrijd. Rechter mag niet ambtshalve treden in vaststellingsovereenkomst van partijen
HR 05-03-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO5052, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 maart 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37 976
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AO5052
- JCDI
JCDI:ADS903706:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO5052, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑03‑2004
- Wetingang
Art. 7:11 en 8:69 Awb; art. 7:900 BW; art. 57 en 57a Wet IB 1964
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Compromis. Rechtsstrijd. Rechter mag niet ambtshalve treden in vaststellingsovereenkomst van partijen
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet ambtshalve mocht treden in de tussen de belanghebbende en de inspecteur totstandgekomen vaststellingsovereenkomst. Het hof had dan ook niet het oorspronkelijk op de aanslag te betalen bedrag mogen handhaven. Dat volgens het hof ten onrechte het lage bijzondere tarief in plaats van het hoge bijzondere tarief is toegepast op een deel van het belastbaar inkomen, doet daar niet aan af.
Tijdens de mondelinge behandeling van de zaak voor Hof 's-Hertogenbosch zijn belanghebbende X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.