FED 1999/260
HR, 31-03-1999, nr. 33 427
HR 31-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2720
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 1999
- Zaaknummer
33 427
- LJN
AA2720
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2720, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑1999
- Wetingang
Uitspraak
Rioolrechtheffing. Matige winst. Toerekening kosten aan aansluiting.
In geschil is of de verordening rioolrechten 1992 verbindend is, en in het bijzonder of de geraamde opbrengst van het rioolaansluitrecht niet uitgaat boven de geraamde uitgaven die aan dat aansluitrecht mogen worden toegerekend.
Op het beroep in cassatie van de directeur overweegt de Hoge Raad: Rioolrecht kan worden geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van de gemeentelijke riolering. Onder zodanig gebruik, op te vatten in de betekenis die daaraan toekomt in art. 229, eerste lid, onderdeel a, gemeentewet (voor 1992 art. 277, eerste lid, onderdeel b), valt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.