HR, 02-11-2001, nr. 36 207
ECLI:NL:HR:2001:AD5029
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
02-11-2001
- Zaaknummer
36 207
- LJN
AD5029
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2001:AD5029, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑11‑2001; (Cassatie)
- Vindplaatsen
WFR 2001/1661, 1
V-N 2001/60.18 met annotatie van Redactie
NTFR 2001/1529 met annotatie van mr. drs. E.J.H. Vermeulen
Uitspraak 02‑11‑2001
Inhoudsindicatie
-
Partij(en)
Nr. 36.207
2 november 2001
FA
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (Mexico) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 12 mei 2000, nr. 97/00437, betreffende na te melden aanslag in de vermogensbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Belanghebbende is voor het jaar 1996 als buitenlandse belastingplichtige aangeslagen in de vermogensbelasting naar een binnenlands vermogen van ƒ 130.000, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een conclusie van dupliek ingediend.
3. Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer D.H. Beukenhorst als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en P.J. van Amersfoort, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2001.