FED 2001/417
Twaalfjaarstermijn bij navordering in casu op inkomsten Zwitserse bankrekening van toepassing. Voor toepassing inkeerbepaling van art. 67n AWR is beslissend of belanghebbende 'wist of redelijkerwijs moet vermoeden' dat men hem op het spoor is. Overgangsrecht
HR 02-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1375, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 mei 2001
- Magistraten
Korthals Altes; Pos; Monné; Bavinck; Amersfoort, P.J. van
- Zaaknummer
36 199
- Noot
J.J. Vetter
- LJN
AB1375
- JCDI
JCDI:ADS234029:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1375, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑05‑2001
- Wetingang
Art. 16, vierde lid, en art. 67n AWR
Essentie
Twaalfjaarstermijn bij navordering in casu op inkomsten Zwitserse bankrekening van toepassing. Voor toepassing inkeerbepaling van art. 67n AWR is beslissend of belanghebbende 'wist of redelijkerwijs moet vermoeden' dat men hem op het spoor is. Overgangsrecht
Samenvatting
Twaalfjaarstermijn bij navordering in casu op inkomsten Zwitserse bankrekening van toepassing. Voor de toepassing van de inkeerbepaling van art. 67n AWR is beslissend of de belastingplichtige 'wist of redelijkerwijs moet vermoeden' dat men hem op het spoor is of zou komen en niet of de belastingplichtige 'vermoedde' dat men hem op het spoor is of zou komen. Na 1 januari 1998 moet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.