HR, 30-08-1996, nr. 31 113

Documentgegevens:

HR 30-08-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA2058

Instantie: Hoge Raad
Datum: 30 augustus 1996
Magistraten: Soest, van; Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
Zaaknummer: 31 113
LJN: AA2058
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:AA2058, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑08‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA2058, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑1996
Wetingang: Art. 9 en 14 Wet IB 1964; art. 15 Wet Vpb. 1969

Uitspraak

B BV houdt alle aandelen in belanghebbende, X BV. Op 15 maart 1989 bericht de staatssecretaris van Financiën aan X BV's gemachtigde dat indien en zolang voor de heffing van de vennootschapsbelasting ten aanzien van B BV niet de vereiste aangiften zijn gedaan over voorafgaande jaren, onvoldoende gegevens bekend zijn om de verzoeken om toepassing van art. 15 Wet Vpb. 1969 op hun merites te beoordelen. Toen bleek dat de aangiften niet waren ingediend, zijn de verzoeken buiten behandeling gesteld. Onder de stukken van het geding bevindt zich een kopie van een brief van F BV, die X BV's ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.