BNB 1999/390
Verlies op deelneming in Duitse GmbH en KG
HR 09-07-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2819, m.nt. R.J. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
33 812
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
R.J. de Vries
- LJN
AA2819
- JCDI
JCDI:ADS888069:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2819, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2819, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑07‑1999
- Wetingang
Essentie
Verlies op deelneming in Duitse GmbH en KG
Samenvatting
Belanghebbende is de rechtsopvolgster van X-a Holding BV. X-a Holding BV vormde in 1990 een fiscale eenheid met B BV. Die BV hield alle aandelen in C GmbH. B BV was commanditair vennoot van C KG, waarvan C GmbH beherend vennoot was. C KG hield alle aandelen in D GmbH. D GmbH maakte deel uit van een Organschaft, waarvan C KG Organträger was. In dat kader hadden D GmbH en C KG een Ergebnis-Ausschlusz-Vertrag gesloten, op grond waarvan D GmbH jaarlijks de door haar behaalde winst moest uitkeren aan C ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.