BNB 2000/274
Heffingsmaatstaf binnenhavengeld
HR 28-06-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6314, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 2000
- Magistraten
Korthals Altes; Zuurmond; Pos; Monné; Bavinck
- Zaaknummer
34 921
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AA6314
- JCDI
JCDI:ADS888236:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6314, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑2000
- Wetingang
Art. 277, eerste lid, onderdeel b, onder 18, Gemeentewet (oud); Havengeldverordening Binnenschepen gemeente Harlingen 1989
Essentie
Heffingsmaatstaf binnenhavengeld
Samenvatting
Belanghebbende onderhield veerdiensten tussen Harlingen en twee eilanden. De in de haven aanwezige infrastructuur voor de verwerking van het passagiersaanbod was eigendom van belanghebbende, een andere vennootschap en/of Rijkswaterstaat. Het havenwatergebied was eigendom van de gemeente Harlingen. Heffingsmaatstaf voor het binnenhavengeld was - naast de oppervlakte van schepen - het aantal inschepende en ontschepende passagiers.
HR: De Verordening belast het 'gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren'. Deze bepaling kan niet zo worden uitgelegd dat zij ook het gebruik van de havenfaciliteiten omvat. Het zo omschreven gebruik wordt, naar het Hof heeft vastgesteld, niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.