FED 1986/1255
Compartimenteringsarrest. Toepassing van de deelnemingsvrijstelling niet naar het moment van het genieten van het voordeel maar naar het moment van het ontstaan van het voordeel.
HR 02-07-1986, ECLI:NL:HR:1986:BH5310, m.nt. D. Juch
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juli 1986
- Magistraten
Vroom; Jansen; Linde, Van Der; Roelvink; Bellaart; Soest, Van
- Zaaknummer
23 444
- Noot
D. Juch
- LJN
BH5310
- JCDI
JCDI:ADS205224:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:BH5310, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑07‑1986
- Wetingang
Art. 13 Wet Vpb. 1969
Essentie
Compartimenteringsarrest. Toepassing van de deelnemingsvrijstelling niet naar het moment van het genieten van het voordeel maar naar het moment van het ontstaan van het voordeel.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1979.
Vaststaat:
Belanghebbende, X BV te Y, is onder een andere naam opgericht op 31 december 1931. De statuten zijn laatstelijk gewijzigd op 1 november 1978. Belanghebbende heeft ten doel het deelnemen in ondernemingen die handel drijven.
Sinds vele jaren bezit belanghebbende een 100% deelneming ad nominaal f 100 000 in A Holding BV die in de jaren tot en met 1978 is gewaardeerd op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.