BNB 1971/114
HR, 21-04-1971, nr. 16 538
HR 21-04-1971, ECLI:NL:HR:1971:AX4974, m.nt. Van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 1971
- Magistraten
Wiarda; Hollander; Linde, Van Der; Polak; Telders
- Zaaknummer
16 538
- Noot
Van Dijck
- LJN
AX4974
- JCDI
JCDI:ADS885190:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AX4974, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑1971
- Wetingang
(Art. 20 Successiewet '56 jo. art. 15 IB '64)
Samenvatting
Erfgenamen hebben door het indienen van een verzoek als bedoeld in art. 15 lid 3 IB '64 de ingevolge art. 25 lid 1 verschuldigde inkomstenbelasting ,,doorgeschoven''. Zij willen de dientengevolge niet afgerekende inkomstenbelasting toevoegen aan het passief der nalatenschap, aanvankelijk als latente belastingschuld, vervolgens omdat door de doorschuiving de uit art. 15 lid 1 ontstane materiele belastingschuld van de erflater door de erfgenamen bij wijze van schuldvernieuwing is voldaan.
Een in rechte vorderbare belastingschuld is echter niet ontstaan. Het doen van een verzoek als bedoeld in art. 15 lid 3, waardoor de materiele belastingschuld wegvalt, houdt niet in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.