V-N 1995/2394, 17
Vennootschapsbelasting Bij in zekere mate deelhebben geen toepassing deelnemingsvrijstelling
HR 28-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1610, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 439
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA1610
- JCDI
JCDI:ADS897223:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1610, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑1995
- Wetingang
art. 13 Wet VPB 1969
Essentie
Vennootschapsbelasting Bij in zekere mate deelhebben geen toepassing deelnemingsvrijstelling
Samenvatting
A, directeur-enig aandeelhouder van X BV, bezit tevens 25% van het geplaatste aandelenkapitaal in B BV. De overige 75% is in handen van drie andere aandeelhouders. Deze drie, alsmede X BV, hebben ieder een langlopende lening van f 75 000 aan B BV verstrekt, waarbij geen aflossingsverplichting is overeengekomen en rente slechts wordt vergoed indien het resultaat van B BV het toelaat. Tevens verstrekten zij ieder een kortlopende, direct opeisbare lening van f 45 000, waarover een rente wordt vergoed gelijk aan de wettelijke rente. Voor de nakoming van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.