V-N 1999/8.6
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Griffierecht; geen tweede termijn voor de betaling van het griffierecht; geen toepassing beleid van griffier over grenzen van zijn bevoegdheidsgebied heen
HR 16-12-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2582, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein; Soest, van
- Zaaknummer
33 411
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2582
- JCDI
JCDI:ADS899859:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2582, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑1998
- Wetingang
Art. 5 Wet ARB; gelijkheidsbeginsel
Essentie
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Griffierecht; geen tweede termijn voor de betaling van het griffierecht; geen toepassing beleid van griffier over grenzen van zijn bevoegdheidsgebied heen
Samenvatting
De regeling van art. 5, vijfde lid, Wet ARB wijkt wezenlijk af van die van art. 6:5 juncto artikel 6:6 Awb. Laatstgenoemde artikelen zien op herstelbare verzuimen, terwijl een niet-tijdige betaling van griffierecht ten hoogste verschoonbaar is. Het voorgaande brengt mee dat er geen grond is art. 6:6 Awb mede van toepassing te achten op art. 5, vijfde lid, Wet ARB.
De omstandigheid dat griffiers van andere gerechtshoven een beleid voeren dat verder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.