BNB 1999/293
HR, 23-06-1999, nr. 34 536
HR 23-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2785
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juni 1999
- Magistraten
Moor de; Vliet, van; Lourens
- Zaaknummer
34 536
- LJN
AA2785
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2785, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1999
- Wetingang
Art. 3, eerste lid, onderdeel e, en 4, eerste lid, Wet OB 1968
Samenvatting
Belanghebbende heeft in 1992 een optie verleend tot (ver)koop van een aantal onroerende zaken tegen een periodieke vergoeding. In geschil is of die vergoeding een tegenprestatie vormt voor een levering van een goed als bedoeld in art. 3, eerste lid, onderdeel e, Wet OB 1968 die o.g.v. art. 11, eerste lid, onderdeel a, Wet OB 1968 is vrijgesteld, of voor een niet vrijgestelde dienst als bedoeld in art. 4, eerste lid, Wet OB 1968.
Hof: Een overeenkomst van optieverlening is naar zijn aard geen overeenkomst die strekt tot overgang van enige eigendom.
HR: In dat oordeel ligt besloten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.