FED 2005/60
Het ontbreken van wederkerigheid in een verdrag vormt geen redelijke rechtvaardiging voor ongelijke behandeling tussen ingezetenen en niet-ingezetenen
EHRM 30-09-2003, ECLI:NL:XX:2003:AP0734, m.nt. E. Thomas
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
30 september 2003
- Magistraten
Baka; Costa; Gaukur Jorundsson; Loucaidis; Birsan; Ugrekhelidze; Mularoni
- Zaaknummer
40892/98
- Noot
E. Thomas
- LJN
AP0734
- JCDI
JCDI:ADS235160:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2003:AP0734, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 30‑09‑2003
- Wetingang
Essentie
Het ontbreken van wederkerigheid in een verdrag vormt geen redelijke rechtvaardiging voor ongelijke behandeling tussen ingezetenen en niet-ingezetenen
Samenvatting
Klager, de heer Koua Poirrez, heeft de Ivoriaanse nationaliteit, maar is woonachtig in Frankrijk. Hij doet een beroep op een sociale uitkering voor gehandicapten. De Franse overheid weigert deze uitkering, met als argument dat een verdrag tussen Ivoorkust en Frankrijk ontbreekt.Het EHRM oordeelt dat voor deze weigering geen enkele objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat (klacht gegrond).
Uitspraak
EN DROIT:
1. En premier lieu, le requérant conteste la décision sur la recevabilité partielle de la Cour, en date du ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.