WFR 1995/524
HR, 29-03-1995, nr. 30 315
HR 29-03-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1528
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 maart 1995
- Zaaknummer
30 315
- LJN
AA1528
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1528, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑03‑1995
- Wetingang
vertrouwensbeginsel; art. 7 Wet OB 1968
Uitspraak
Belanghebbende, X, is van 1987 tot en met 1990 werkzaam als docent koordirectie aan een conservatorium en als dirigent/repetitor bij een aantal koren. In zijn aangiften inkomstenbelasting vermeldt X, naast loon, winst uit onderneming: over 1987 f 28 685, over 1988 f 52 777 en over 1989 f 46 734. Voor de werkzaamheden als dirigent/repetitor doet X investeringen en rekent een auto, videorecorder en audioapparatuur tot zijn ondernemingsvermogen. Aan de werkzaamheden waarvan hij de opbrengsten als winst aangeeft, besteedt hij ten minste 1225 uren per jaar. In geschil is of de inspecteur terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting oplegt.
Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.