V-N 1993/1155, 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Dubbele belasting Geen strijdigheid met doel en strekking van de wet als sprake is van een compenserende belaste heffing
HR 10-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5281, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 1993
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes; Jansen Verburg
- Zaaknummer
27 295
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
ZC5281
- JCDI
JCDI:ADS895464:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5281, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1993
- Wetingang
art. 31 AWR
Essentie
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Dubbele belasting Geen strijdigheid met doel en strekking van de wet als sprake is van een compenserende belaste heffing
Samenvatting
De naar Antilliaans recht opgerichte A NV, waarvan de aandelen in het bezit zijn van de Liechtensteinse B-Anstalt, bezit alle aandelen in belanghebbende, X BV. X BV vormt met haar dochtermaatschappijen een fiscale eenheid. D is president-directeur van X BV. A NV heeft van 1976 t/m 1983 71 miljoen aan dividend van X BV genoten en vervolgens leningen aan X BV verstrekt, ultimo 1984 in totaal f 43 845 045. De in rekening gebrachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.