BNB 1999/435
Begrip levensverzekering. Onzekerheidseis
HR 30-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2815, m.nt. R.E.C.M. Niessen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
33 277
- Conclusie
A-G mr. Van den Berge
- Noot
R.E.C.M. Niessen
- LJN
AA2815
- JCDI
JCDI:ADS171692:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2815, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2815, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑09‑1998
- Wetingang
Art. 25, tweede lid, Wet IB 1964
Essentie
Begrip levensverzekering. Onzekerheidseis
Samenvatting
Ingevolge een als 'levensverzekering' aangeduide overeenkomst stort belanghebbende bedragen die binnen een verhouding van 1:10 variabel zijn, op een rekening die op naam staat van A. De inleg wordt belegd en, onder aftrek van een vast percentage voor de kosten, bij in leven zijn van belanghebbende op de einddatum aan hem uitgekeerd. Bij overlijden van belanghebbende wordt het opgebouwde vermogen uitgekeerd aan de begunstigden.
HR: Onder de omschrijving van levensverzekering in de Wet toezicht verzekeringsbedrijf vallen niet overeenkomsten waarbij de uitkering of de premiebetaling uitsluitend wat betreft het tijdstip waarop de overeenkomst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.