Inhoudsopgave
V-N 2004/63.7:DUBBELE BELASTING. EUROPEES RECHT. VERMOGENSBELASTING. FISCAAL BESTUURSRECHT; Strijdigheid onthouden belastingvrije som vermogensbelasting aan buitenlandse belastingplichtigen. Verhouding belastingverdragen en Europees recht (meestbegunstiging). Proceskostenvergoeding
V-N 2004/63.7
DUBBELE BELASTING. EUROPEES RECHT. VERMOGENSBELASTING. FISCAAL BESTUURSRECHT; Strijdigheid onthouden belastingvrije som vermogensbelasting aan buitenlandse belastingplichtigen. Verhouding belastingverdragen en Europees recht (meestbegunstiging). Proceskostenvergoeding
Conclusie A-G HvJ EG 26 oktober 2004, nr. C-376/03 (D tegen inspecteur van de Belastingdienst Particulieren/Ondernemingen Buitenland te Heerlen)
Documentgegevens:
Datum 26-10-2004
- Datum
26-10-2004
- Bronauteur
A-G Hof van Justitie EG
- JCDI
JCDI:ADS809396:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Vermogensbelasting (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Europees belastingrecht / Algemeen
- Wetingang
Art. 14, derde lid, Wet VB 1964; art. 25, par. 3, Verdrag met België (1970); art. 56 en 58 EG-verdrag
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
A-G Ruiz-Jarabo Colomer heeft op 26 oktober 2004 een conclusie uitgebracht in zaak 376/03 (D. tegen de inspecteur van de Belastingdienst Particulieren/Ondernemingen Buitenland te Heerlen). De advocaat-generaal (hierna: A-G) geeft het HvJ EG in overweging de prejudiciële vragen als volgt te beantwoorden:
1. Art. 56 en 58 EG-verdrag, betreffende het vrije verkeer van kapitaal in de Gemeenschap, verzetten zich tegen een nationale regeling die voor de vermogensbelasting recht op een belastingvrije som verleent aan binnenlandse belastingplichtigen en dit recht ontzegt aan buitenlandse belastingplichtigen (behalve indien 90% van hun vermogen zich in deze lidstaat bevindt), wanneer laatstgenoemden enkel in deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.