FED 1998/759
HR, 11-11-1998, nr. 32 883
HR 11-11-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2569
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 1998
- Zaaknummer
32 883
- LJN
AA2569
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2569, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2569, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑1998
- Wetingang
Art. 39 (oud) Wet IB 1964
Uitspraak
In geschil is of, met voorbijgaan aan art. 39, negende lid, en art. 39, vijfde lid, Wet IB 1964 van toepassing is met betrekking tot de door belanghebbende, X, en zijn echtgenote in 1978 krachtens erfrecht uit de nalatenschap van C, die sinds 1939 in Engeland woonde, verkregen en in 1991 verkochte aandelen, nu ten aanzien van de overgang in 1978 geen verzoek ex art. 39, tiende lid, is gedaan, hetgeen de inspecteur bestrijdt.
Op het beroep in cassatie van de staatssecretaris overweegt de Hoge Raad: Zoals is overwogen in HR BNB 1990/2, strekte het opnemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.