FED 1996/447
HR, 29-05-1996, nr. 30 781
HR 29-05-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA1964
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 mei 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Soest, van
- Zaaknummer
30 781
- LJN
AA1964
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1964, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA1964, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑1996
- Wetingang
Art. 5a (oud) Wet ARB
Uitspraak
Belanghebbende, X, verzoekt het hof op de voet van art. 5a, derde lid (oud) Wet ARB bij de intrekking van zijn beroep de inspecteur te veroordelen in de proceskosten.
Hof Amsterdam wijst het verzoek gedeeltelijk toe.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:
Met betrekking tot een veroordeling in de proceskosten is, indien het een aanslag betreft, als het in de rechtsstrijd betrokken belang in beginsel te zien het in geschil zijnde bedrag aan belasting. Er bestaat geen grond om dit anders te zien, indien het gaat om verrekening van een voorlopige aanslag. 's ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.