FED 1995/195
Een Amerikaanse vennootschap die uitsluitend vorderingen en een deelneming bezit geniet geen 'nijverheids- of handelsvoordelen' in de zin van art. III van het belastingverdrag met de Verenigde Staten (1948); ook niet indien zij een wezenlijke functie binnen het concern vervult.
HR 25-01-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA3048, m.nt. A.H.M. Daniels
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 januari 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Verburg
- Zaaknummer
29 475
- Noot
A.H.M. Daniels
- LJN
AA3048
- JCDI
JCDI:ADS224658:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3048, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑01‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA3048, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑1995
- Wetingang
Verdrag Verenigde Staten van Amerika; art. 7 Wet IB 1964
Essentie
Een Amerikaanse vennootschap die uitsluitend vorderingen en een deelneming bezit geniet geen 'nijverheids- of handelsvoordelen' in de zin van art. III van het belastingverdrag met de Verenigde Staten (1948); ook niet indien zij een wezenlijke functie binnen het concern vervult.
Uitspraak
Het geschil betrof de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 1984.
Vaststaat:
2.1.1. X Inc. X is op 14 september 1981 opgericht naar het recht van de Verenigde Staten van Amerika (hierna Amerika), en wel het recht van de Staat A.
2.2.1. X was in 1983, 1984 en 1985 een dochtermaatschappij van B BV, gevestigd te R.
2.2.2. B bezat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.