BNB 1995/253
HR, 14-06-1995, nr. 30 078
HR 14-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1584, m.nt. G.J. van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 1995
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 078
- Noot
G.J. van Leijenhorst
- LJN
AA1584
- JCDI
JCDI:ADS887434:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1584, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑1995
- Wetingang
art. 18 Wvo; Verordening zuiveringsheffing provincie Utrecht 1986
Samenvatting
Pand voor huisvesting van niet zelfstandig wonende personen: niet een ,,woonruimte'' doch een ,,bedrijfsruimte''
Belanghebbende, een stichting, is voor het jaar 1989 in de zuiveringsheffing van de provincie Utrecht aangeslagen als gebruiker van een als één geheel aan te merken pand, waarin zij met hulp van vrijwilligers huisvesting en begeleiding verleent aan 10 tot 12 personen die tijdelijk niet zelfstandig kunnen wonen en gemiddeld slechts een half jaar blijven.
HR: nu naar 's Hofs onbestreden oordeel in het pand geen afzonderlijke woonruimten aanwijsbaar zijn, heeft het Hof het antwoord op de vraag of het pand als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.