Inhoudsopgave
WFR 1990/1403:DE ZELFSTANDIGHEIDSFICTIE VAN DE VASTE INRICHTING
WFR 1990/1403
DE ZELFSTANDIGHEIDSFICTIE VAN DE VASTE INRICHTING
Documentgegevens:
Mr. G.H. de Soeten (Belastingadviseur te Rotterdam.), datum 01-01-1990
- Datum
01-01-1990
- Auteur
Mr. G.H. de Soeten (Belastingadviseur te Rotterdam.)
- JCDI
JCDI:ADS741770:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
'... worden aan de vaste inrichting toegerekend de voordelen die zij geacht zou kunnen worden te behalen, indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn ... die geheel onafhankelijke transacties zou aangaan met de onderneming waarvan zij een vaste inrichting is.'
1 Probleemstelling
Een van de problemen van het internationale belastingrecht is de toedeling van fiscale winst aan hoofdhuis resp. vaste inrichting, met name wat betreft de consequenties van transacties tussen hoofdhuis en vaste inrichting.
Art. 7, tweede lid, van het OESO-Model 1977 schrijft voor dat hierbij uitgegaan moet worden van zelfstandigheid van de vaste inrichting ten opzichte van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.