BNB 2005/4
Bemiddeling bij het totstandkomen van overeenkomsten tot kinderopvang
HR 24-09-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AE4801, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 september 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37 137
- Conclusie
A-G mr. Van Kalmthout
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AE4801
- JCDI
JCDI:ADS888876:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AE4801, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑09‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AE4801, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑09‑2004
- Wetingang
Art. 11, eerste lid, onderdeel f, Wet OB 1968; art. 13, letter A, eerste lid, onderdelen g, h en i, Zesde richtlijn
Essentie
Bemiddeling bij het totstandkomen van overeenkomsten tot kinderopvang
Samenvatting
Belanghebbende, een erkende instelling voor kinderopvang, bemiddelt bij het totstandkomen van overeenkomsten tot kinderopvang tussen vraagouders en gastouders.
HR: De in de Nederlandse wetgeving opgenomen vrijstelling voor diensten verricht door instellingen voor kinderopvang, strekt zich niet uit tot diensten die bestaan uit het bemiddelen bij het totstandkomen van overeenkomsten tot kinderopvang. Wel rijst de vraag of deze diensten zijn vrijgesteld op grond van art. 13, letter A, eerste lid, onderdelen g, h en i, Zesde richtlijn. De Hoge Raad stelt daarover een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.