BNB 2001/78
Zaak Gschwind. Duitsland hoeft aan niet-ingezeten echtparen wier inkomen niet nagenoeg geheel in Duitsland aan belasting is onderworpen, geen belastingvoordeel ('splitting') te verlenen
HvJ EG 14-09-1999, ECLI:EU:C:1999:409, m.nt. I.J.J. Burgers
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 september 1999
- Magistraten
Rodríguez Iglesias; Kapteyn; Hirsch; Jann; Gulmann; Murray; Edward; Ragnemalm; Sevón; Wathelet; Schintgen
- Zaaknummer
C-391/97
- Conclusie
A-G Ruiz-Jarabo Colomer
- Noot
I.J.J. Burgers
- LJN
AV2314
- JCDI
JCDI:ADS888249:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1999:409, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑09‑1999
ECLI:EU:C:1999:132, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑03‑1999
- Wetingang
Art. 48 EG-Verdrag NOOT 1
Essentie
Zaak Gschwind. Duitsland hoeft aan niet-ingezeten echtparen wier inkomen niet nagenoeg geheel in Duitsland aan belasting is onderworpen, geen belastingvoordeel ('splitting') te verlenen
Samenvatting
Belanghebbende, Gschwind, woont met zijn gezin in de Nederlandse grensstreek. Hij werkt in dienstbetrekking in Duitsland, zijn echtgenote in Nederland. Belanghebbende verdient ongeveer 58% van het gezinsinkomen. Hij wordt in Duitsland voor zijn looninkomsten aangeslagen als ongehuwde. Voor ingezeten echtparen past Duitsland een voordeliger 'splittingregeling' toe; die geldt ook voor niet-ingezeten echtparen indien hun gezamenlijk inkomen voor ten minste 90% aan Duitse inkomstenbelasting is onderworpen, dan wel indien minder dan 24 000 DM elders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.