Enkele aspecten van fictief loon

Documentgegevens:

MR. H.J. SCHUT , datum 01-01-1997

Datum: 01-01-1997
Auteur: MR. H.J. SCHUT 1
JCDI: JCDI:ADS808492:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Wetingang: Wet IB 1964; art. 12a Wet LB 1964; art. 32 lid 3 Wet LB 1964; Wet van 13 december 1996, Stb. 652; WAVZ; art. 8 lid 2 Wet VPB 1969

1 Inleiding

Op 1 januari 1997 trad de wet tot herziening van het aanmerkelijkbelangregime 2 in werking. Deze wet bepaalt dat aanmerkelijkbelanghouders onder omstandigheden fictieve rente en huur, alsmede fictief loon tot hun inkomen moeten rekenen. 3 Achtergrond van de invoering van deze fictieve inkomsten was vermeend misbruik van de 68%-regeling, opgenomen in art. 14, vijfde lid, Wet VB 1964 te voorkomen.

In deze bijdrage besteed ik allereerst aandacht aan de voorwaarden waaronder een aanmerkelijkbelanghouder fictief loon in aanmerking dient te nemen, alsmede de omvang daarvan. Daarna komen internationale aspecten van fictief loon en een aantal aandachtspunten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.