V-N 1995/2959, 4
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Inkomstenbelasting Het enkele niet opkomen door de fiscus tegen een hofuitspraak is onvoldoende grond voor toepassing gelijkheidsbeginsel. Verrekende WIR-premies behoren tot verschuldigde belasting
HR 24-08-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1664, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 augustus 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 320
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA1664
- JCDI
JCDI:ADS897327:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1664, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑08‑1995
- Wetingang
GelijkheidsbeginselArt. 65 Wet IB 1964
Essentie
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Inkomstenbelasting Het enkele niet opkomen door de fiscus tegen een hofuitspraak is onvoldoende grond voor toepassing gelijkheidsbeginsel. Verrekende WIR-premies behoren tot verschuldigde belasting
Samenvatting
In geschil is of de inspecteur voor de toepassing van de invorderingsvrijstelling in 1990 verrekende WIR-premies terecht in aanmerking heeft genomen bij de berekening van het bedrag van de verschuldigde belasting ex art. 65, eerste lid, Wet IB 1964.
Hof Arnhem stelt de inspecteur in het ongelijk.
Op het beroep in cassatie van de staatssecretaris overweegt de Hoge Raad: Het hof heeft geoordeeld dat, gezien art. VII Wet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.