FED 1994/432:1. Het aan een beroepsvoetballer verleende recht om te zijner tijd een deel van de voor hem te bedingen transfersom te ontvangen, vormt geen aanspraak als bedoeld in art. 10, tweede lid, Wet LB 1964. 2. De op grond van dat recht verrichte uitkering vormt geen voordeel ter zake van vroegere diensten als bedoeld in art. 12, eerste lid, van het Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland.