BNB 1987/159
HR, 04-02-1987, nr. 23 988
HR 04-02-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AW7764, m.nt. H.J. Hofstra
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 1987
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Vorm, Van Der; Stoffer; Verburgh
- Zaaknummer
23 988
- Noot
H.J. Hofstra
- LJN
AW7764
- JCDI
JCDI:ADS886431:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AW7764, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AW7764, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑02‑1987
- Wetingang
Art. 47 AWR; art. 17 WARB
Samenvatting
Heeft belangh. zijn spaargelden rentedragend belegd of, zoals hij stelt, in contanten bewaard? Weigering het geld in bewaarplaats te tonen. Munten en bankbiljetten zijn niet te rekenen tot boeken of bescheiden als bedoeld in art. 47, eerste lid letter b, AWR.
Belangh. nam in het onderhavige jaar tegoeden bij banken ad ruim f 54 000 op. Hij stelt dat hij die gelden sindsdien in contanten aanhield maar beschikte volgens zijn aangifte aan het einde van het jaar over niet meer dan f 5000 contanten.
HR: de stelling van de Staatssecr. dat belangh. door zijn weigering om het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.