BNB 1998/123
Waarde goodwill advocatenpraktijk
HR 08-10-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3265, m.nt. E. Aardema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 oktober 1997
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
32 821
- Noot
E. Aardema
- LJN
AA3265
- JCDI
JCDI:ADS887848:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3265, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑10‑1997
- Wetingang
Art. 18 en art. 29, tweede lid, Wet IB 1964
Essentie
Waarde goodwill advocatenpraktijk
Samenvatting
Belanghebbende heeft zijn aandeel in een voordien in maatschapsverband gedreven advocatenpraktijk geruisloos ingebracht in een BV. Bij de inbreng is een waarde van f 600 000 voor goodwill en onderhanden werk in aanmerking genomen. De Inspecteur, van mening dat geen zakelijke goodwill aanwezig was, rekent dit bedrag (minus 20% latente vennootschapsbelasting) als een uitdeling door de BV tot het inkomen.
Het Hof stelt het onderhanden werk op f 158 480 en de goodwill op f 270 000, uitgaande van een te verwachten winst van f 360 000, een arbeidsbeloning van f 250 000, een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.