BNB 1996/205
Berekening van vervuiling door waterfabriek. Passage in parlementaire stukken aangemerkt als ,,recht''
HR 13-03-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA1822, m.nt. J. Brunt
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 maart 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Jansen, C.H.M.; Fleers
- Zaaknummer
29996
- Noot
J. Brunt
- LJN
AA1822
- JCDI
JCDI:ADS887518:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1822, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑03‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA1822, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑03‑1996
- Wetingang
Algemeen; art. 17 Wet VO; art. 99, eerste lid, Wet RO
Essentie
Berekening van vervuiling door waterfabriek. Passage in parlementaire stukken aangemerkt als ,,recht''
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert een fabriek van gedestilleerd water. Zij neemt verontreinigd water in, verwerkt een deel tot gedestilleerd water, en loost het restant. Per etmaal wordt 29 863 m3 water ingenomen (vervuilingswaarde 7767 i.e.) en 11 973 m3 water geloosd (vervuilingswaarde 6140 i.e.). Bij de schriftelijke behandeling van een Nota inzake waterverontreiniging heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat op vragen van de Tweede Kamer geantwoord dat bij de verontreinigingsheffing in een dergelijk geval de ,,ingenomen'' vervuiling in mindering wordt gebracht. Deze passage is aan te merken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.