FED 1996/61
Belanghebbende, een douane-expediteur, vraagt en krijgt teruggaaf van omzetbelasting die hij op eigen naam, voor rekening van derden ter zake van de invoer van goederen heeft voldaan, maar niet van zijn cliënten vergoed gekregen. Deze teruggaaf is naar het oordeel van het hof zo duidelijk in strijd geweest met een juiste wetstoepassing dat belanghebbende niet erop mocht rekenen dat een eventuele latere controle niet zou kunnen uitmonden in een naheffing wegens de ten onrechte verleende teruggaven. De Hoge Raad sluit zich bij dit oordeel aan.
HR 13-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3139, m.nt. D.G. van Vliet
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 1995
- Magistraten
Linden, van der; Moor, de; Brunschot, van
- Zaaknummer
30853
- Noot
D.G. van Vliet
- LJN
AA3139
- JCDI
JCDI:ADS225813:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3139, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑1995
- Wetingang
Art. 65 AWR; art. 22 en 29 Wet OB; opgewekt vertrouwen
Essentie
Belanghebbende, een douane-expediteur, vraagt en krijgt teruggaaf van omzetbelasting die hij op eigen naam, voor rekening van derden ter zake van de invoer van goederen heeft voldaan, maar niet van zijn cliënten vergoed gekregen. Deze teruggaaf is naar het oordeel van het hof zo duidelijk in strijd geweest met een juiste wetstoepassing dat belanghebbende niet erop mocht rekenen dat een eventuele latere controle niet zou kunnen uitmonden in een naheffing wegens de ten onrechte verleende teruggaven. De Hoge Raad sluit zich bij dit oordeel aan.
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 1991 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.