GS Personen- en familierecht, art. 1:84 BW, aant. 12:12 Afwijking bij schriftelijke overeenkomst (lid 3)
GS Personen- en familierecht, art. 1:84 BW, aant. 12
12 Afwijking bij schriftelijke overeenkomst (lid 3)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Documentgegevens:
mr. drs. J.H. Lieber, actueel t/m 06-12-2023
Actueel t/m
06-12-2023
Tijdvak
22-06-2001 tot: -
Auteur
mr. drs. J.H. Lieber
Vindplaats
GS Personen- en familierecht, art. 1:84 BW, aant. 12
Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Onder het voor 1970 geldende recht gold dat echtgenoten geheel vrij zijn te bepalen wat ieders bijdrage in de kosten van de huishouding is; die vrijheid houdt ook de bevoegdheid in de bijdrage van een van de echtgenoten op nihil te bepalen (een zogeheten nihilbeding). Zie HR 17 november 1961, ECLI:NL:HR:1961:33, NJ 1962/46. Lid 3 is in zijn oorspronkelijke versie in de wet gekomen met de invoering van Boek 1 per 1 januari 1970. Deze bepaling bevestigde de geldigheid van een nihilbeding, . Een nihilbeding kande bijdrageplicht en de fourneerplicht of een van beide betreffen. Huwelijkse ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Personen- en familierecht, art. 1:84 BW, aant. 12
12 Afwijking bij schriftelijke overeenkomst (lid 3)
mr. drs. J.H. Lieber, actueel t/m 06-12-2023
06-12-2023
22-06-2001 tot: -
mr. drs. J.H. Lieber
GS Personen- en familierecht, art. 1:84 BW, aant. 12
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
kosten huishouding
Burgerlijk Wetboek Boek 1 artikel 84
Onder het voor 1970 geldende recht gold dat echtgenoten geheel vrij zijn te bepalen wat ieders bijdrage in de kosten van de huishouding is; die vrijheid houdt ook de bevoegdheid in de bijdrage van een van de echtgenoten op nihil te bepalen (een zogeheten nihilbeding). Zie HR 17 november 1961, ECLI:NL:HR:1961:33, NJ 1962/46. Lid 3 is in zijn oorspronkelijke versie in de wet gekomen met de invoering van Boek 1 per 1 januari 1970. Deze bepaling bevestigde de geldigheid van een nihilbeding, . Een nihilbeding kande bijdrageplicht en de fourneerplicht of een van beide betreffen. Huwelijkse ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.