HR, 25-11-1998, nr. 34 029
ECLI:NL:HR:1998:AA2722
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25-11-1998
- Zaaknummer
34 029
- LJN
AA2722
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1998:AA2722, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑1998; (Cassatie)
- Vindplaatsen
V-N 1999/18.16 met annotatie van Redactie
Uitspraak 25‑11‑1998
Inhoudsindicatie
-
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 december 1997 betreffende de hem voor het jaar 1994 opge legde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1994 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opge legd naar een belastbaar inkomen van f 86.178,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep geko men bij het Hof, dat deze uitspraak heeft bevestigd.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen ´s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel van cassatie voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoog schrift het cassatieberoep bestreden.
3. Beoordeling van het middel van cassatie 3.1. Voor het Hof was tussen partijen in geschil tot welk bedrag de bij de verkoop van 996 m2 weidegrond in 1994 behaalde zogenoemde bestemmingswijzigingswinst, ten bedrage van f 9.960,--, op de voet van het bepaalde in artikel 14 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 kan worden afgeboekt op de kostprijs van de door belanghebbende in dat jaar gekochte 5.54.25 ha weidegrond. Belanghebbende heeft zich op het standpunt gesteld dat het volledige bedrag van f 9.960,-- op de kostprijs kan worden afgeboekt; de Inspecteur heeft een afboeking ten bedrage van f 3.685,-- toegestaan, aangezien naar zijn mening slechts 996 m2 van de aangekochte weidegrond als vervanging van de verkochte grond kan worden aangemerkt.
3.2. Het Hof heeft - in cassatie niet bestreden - vastgesteld dat het rendement als weiland van iedere vierkante meter van de gekochte grond gelijk is aan het rendement per vierkante meter van de verkochte grond. Hiervan uitgaande, heeft het Hof terecht geoordeeld dat hetgeen méér is aangekocht dan 996 m2 een uitbreidingsinvestering is en derhalve niet kan worden aangemerkt als een vervanging in de zin van genoemd artikel 14. Het middel, dat zich tegen dit oordeel keert, faalt derhalve.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 25 november 1998 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren Bellaart, De Moor, Van Brunschot en Van Vliet, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Van Hooff en op die datum in het openbaar uitgesproken.