FED 1998/345
De heffing van BPM is niet in strijd met de Zesde richtlijn of de Richtlijn 92/12/EEG
HR 18-03-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2486, m.nt. R.J. Koopman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Meij; Vliet, van
- Zaaknummer
32 627
- Noot
R.J. Koopman
- LJN
AA2486
- JCDI
JCDI:ADS227535:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2486, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑1998
- Wetingang
Essentie
De heffing van BPM is niet in strijd met de Zesde richtlijn of de Richtlijn 92/12/EEG
Samenvatting
Degene die een personenauto uitsluitend ten behoeve van een derde bestuurt, kan niet aangemerkt worden als degene die feitelijk over de auto kan beschikken.
Uitspraak
Het geschil betreft de naheffingsaanslag belasting van personenauto's en motorrijwielen.
HOF 'S-GRAVENHAGE OVERWOOG OMTRENT HET GESCHIL:
3.1 Vaststaat dat belanghebbende een in Nederland wonende natuurlijke persoon is en dat hij, hetgeen op 22 november 1993 bij controle door ambtenaren van de douanepost is geconstateerd, heeft bestuurd een personenauto, merk Mercedes, type 190 D, met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.