BNB 1996/278
Dienstbetrekking van landarbeiders en aanneming van werk van bollenpellers
HR 17-04-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1953, m.nt. W.A. Sinninghe Damsté
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 april 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Jansen, C.H.M.; Fleers; Pos
- Zaaknummer
31109
- Noot
W.A. Sinninghe Damsté
- LJN
AA1953
- JCDI
JCDI:ADS888633:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Loonbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1953, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑1996
- Wetingang
Art. 2, eerste lid, en art. 3, eerste lid letter a, Wet LB 1964
Essentie
Dienstbetrekking van landarbeiders en aanneming van werk van bollenpellers
Samenvatting
Bij belanghebbende, bloembollenkweker, waren seizoenarbeiders werkzaam als landarbeiders of bollenpellers.
Enerzijds stelden de landarbeiders zich vrijblijvend op aangaande het komen verrichten van hun werkzaamheden, anderzijds kon belanghebbende naar believen werkers aannemen en wegsturen. Deze omstandigheden staan noch afzonderlijk, noch te zamen, aan een privaatrechtelijke dienstbetrekking in de weg. (Volgt: verwijzing.)
's Hofs oordeel dat ten aanzien van de bollenpellers sprake is van aanneming van werk geeft, nu het pellen van bollen het bewerken is van stoffelijke voorwerpen, en belanghebbende per kistje gepelde bollen betaalde, niet blijk van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.