FED 2000/89
Afwaardering vordering op deelneming. Geen prijsgeven. Niet-geïnsereerde pleitnota's. Rente geldlening aan dochter. Motiveringsgebrek.
HR 09-02-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4749
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 februari 2000
- Magistraten
Kalmthout, van
- Zaaknummer
34 490
- LJN
AA4749
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4749, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑02‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4749, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑09‑1999
- Wetingang
Art. 8:61, zevende lid, Awb; art. 13 en 13b, vierde lid, eerste volzin Wet Vpb. 1969; art. 17 Wet ARB
Essentie
Afwaardering vordering op deelneming. Geen prijsgeven. Niet-geïnsereerde pleitnota's. Rente geldlening aan dochter. Motiveringsgebrek.
Uitspraak
X BV richtte in 1992 in Argentinië dochtervennootschap C SA op. C SA leed over haar eerste boekjaar (eindigend 31 juli 1993) een verlies, waardoor haar eigen vermogen negatief dreigde te worden. X BV had per 31 juli 1993 een vordering op C SA van ƒ 1 196 000 wegens geleverde goederen en verleende diensten. Om te voorkomen dat C SA op grond van de Argentijnse wetgeving zou moeten worden ontbonden wegens een negatief eigen vermogen, is deze vordering per 31 juli 1993 omgezet in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.