FED 1997/438
HR, 11-06-1997, nr. 32 042
HR 11-06-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2166
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 1997
- Magistraten
Soest, van; Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
32 042
- LJN
AA2166
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2166, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2166, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑1997
- Wetingang
Vertrouwensbeginsel, art. 16 AWR
Uitspraak
In het kader van een ruilverkaveling is aan de maatschap, waarvan belanghebbende, X, deel uitmaakte, een rente als bedoeld in Hfdst. VIII Landinrichtingswet in rekening gebracht. De rente is als huisvestingskosten ten laste van het belastbare inkomen gebracht, hoewel zij voor 2/3 aan de verkrijgingsprijs van de gronden diende te worden toegerekend. In 1992 werd een deelonderzoek ingesteld onder meer betreffende de samenstelling van het onroerend goed. In 1993 werd de aanslag opgelegd conform de aangifte.
In geschil is of de inspecteur op 5 april 1994 een navorderingsaanslag, waarbij voormeld gedeelte van de rente alsnog in de winst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.