FED 2003/478
Omzetbelastingschuld van fiscale eenheid is een deelbare geldschuld. Voorwaarden voor verrekening
HR 14-02-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AE9246, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 februari 2003
- Magistraten
Kalmthout, van; Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, van; Putt-Lauwers, van der; Aaftink; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
C01/039HR
- Noot
J.J. Vetter
- LJN
AE9246
- JCDI
JCDI:ADS234512:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
Invordering (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AE9246, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑02‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AE9246, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2003
- Wetingang
Art. 24, tweede lid, art. 43, tweede lid, Invorderingswet 1990, art. 7, vierde lid, Wet op de Omzetbelasting 1968
Essentie
Omzetbelastingschuld van fiscale eenheid is een deelbare geldschuld. Voorwaarden voor verrekening
Samenvatting
De omzetbelastingschuld van een fiscale eenheid omzetbelasting is een deelbare geldschuld. Voor de verrekening van een teruggaaf omzetbelasting met een omzetbelastingschuld van een fiscale eenheid op de voet van art. 24 IW 1990 is niet vereist dat er geen enkele wijziging van de samenstelling van de fiscale eenheid in de tussentijd heeft plaatsgevonden. Wel is verrekening bij wijziging van samenstelling alleen mogelijk indien en voorzover zowel de omzetbelastingschuld als de latere omzetbelastingteruggaaf (materieel) betrekking hebben op dezelfde ten tijde van het tijdvak van de latere omzetbelastingteruggaaf nog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.