BNB 2002/189
Verkrijging economische eigendom van onroerende zaken, terwijl het risico van tenietgaan daarvan bij de verkoper blijft. Geen strijd met doel en strekking van de wet, omdat de wetgever een dergelijke transactie bewust onbelast heeft gelaten
HR 12-04-2002, ECLI:NL:HR:2002:ZC8107, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2002
- Magistraten
Korthals Altes; Amersfoort, van; Leemreis
- Zaaknummer
36059
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
ZC8107
- JCDI
JCDI:ADS888422:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:ZC8107, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑04‑2002
ECLI:NL:HR:2002:ZC8107, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑2002
- Wetingang
Art. 2, tweede lid, Wet BRV
Essentie
Verkrijging economische eigendom van onroerende zaken, terwijl het risico van tenietgaan daarvan bij de verkoper blijft. Geen strijd met doel en strekking van de wet, omdat de wetgever een dergelijke transactie bewust onbelast heeft gelaten
Samenvatting
Belanghebbende heeft de economische eigendom van een perceel cultuurgrond, een perceel gedeeltelijk nog woeste grond, en een perceel bosgrond gekocht. Het risico van tenietgaan van de zaken blijft volgens de overeenkomst bij de verkoper.
Hof: Grond kan als gevolg van natuurrampen, milieuvervuiling en andere dergelijke omstandigheden teniet gaan in de zin van art. 2, tweede lid, Wet BRV. Dat dergelijke omstandigheden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.