FED 2004/427
Prejudiciële vragen over woonplaatsfictie Successiewet
Hof 's-Hertogenbosch 05-11-2003, ECLI:NL:GHSHE:2003:AN9440, m.nt. S.C.W. Douma
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
5 november 2003
- Magistraten
Bongaarts; Voort, van der; Weber
- Zaaknummer
02/01531
- Noot
S.C.W. Douma
- LJN
AN9440
- JCDI
JCDI:ADS234882:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2003:AN9440, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 05‑11‑2003
- Wetingang
Art. 3, eerste lid, SW 1956; art. 12 EG; art. 18 EG; art. 56 EG; art. 57, eerste lid, EG; art. 58 EG
Essentie
Prejudiciële vragen over woonplaatsfictie Successiewet
Samenvatting
De belanghebbenden in deze zaak zijn de kinderen van mevrouw H die in 1997 is overleden. Mevrouw H had destijds de Nederlandse nationaliteit en woonde in Zwitserland sedert 1988. Op grond van art. 3, eerste lid, SW werd mevrouw H ten tijde van haar overlijden nog geacht in Nederland te wonen. Om die reden zijn de kinderen aangeslagen in het successierecht wegens een erfrechtelijke verkrijging van iemand die ten tijde van het overlijden (fictief) in Nederland woonde. De kinderen bestrijden de aan hen opgelegde aanslagen met het betoog dat de woonplaatsfictie van art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.